• (IPA in voorbereiding)
  • oe·ver·bies
enkelvoud meervoud
naamwoord oeverbies oeverbiezen
verkleinwoord oeverbiesje oeverbiesjes

de oeverbiesv / m

  1. (bloemplanten) Bolboschoenus laticarpus   een plant uit de familie Cyperaceae  . Hij komt voor in vegetaties van meerjarige pioniers op slibrijke oevers. Oeverbies is meestal te onderscheiden van Heen door de vorm van de bloeiwijze, deze is namelijk symmetrisch schermvormig samengesteld, met 3-4, 1 tot 6 zittende aartjes dragende stelen, rondom een centrale, kortgesteelde cluster van aartjes