Nederlands

 
oerrund
Uitspraak
Woordafbreking
  • oer·rund
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van rund met het voorvoegsel oer-
enkelvoud meervoud
naamwoord oerrund oerrunderen
verkleinwoord oerrundje oerrundjes

Zelfstandig naamwoord

het oerrundo

  1. (evenhoevigen) Bos primigenius   de uitgestorven, ruige, langhoornige, wilde voorouder van het tamme huisrund die in de ijstijd in Europa, Noord-Afrika en West-Azië leefde
     Vaker vondsten Bij de zandwinning voor het nieuwe havengebied duiken regelmatig voorwerpen op uit de prehistorie. De afgelopen jaren hebben archeologen botten gevonden van de steppenwisent, reuzenhert, wolharige neushoorn, oerrund en rendier.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Mammoetbot gevonden bij Maasvlakte” (Dinsdag 16 februari 2010, 16:09), NOS