oelema
- oe·le·ma
- via Ottomaans علما (oelema) van Arabisch علماء zn (oelama) "geleerden", dus eigenlijk een meervoudsvorm [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oelema | oelema's |
verkleinwoord |
de oelema m
- (religie) moslim die na een opleiding in de islamitische leer binnen de islam met gezag uitspraken kan doen over theologische en juridische vraagstukken
- Het woord oelema staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oelema" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ oelema op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be