• oc·ta·vo
enkelvoud meervoud
naamwoord octavo octavo's
verkleinwoord - -

het octavoo

  1. formaat van papier of boek: de grootte die ontstaat als een vel door drie keer vouwen in acht gelijke delen is verdeeld, wat neerkomt op een lange zijde tot 22,5 cm
  2. (figuurlijk) boek met dit formaat
stellend
onverbogen octavo
verbogen -

octavo

  1. met het formaat van een driemaal gevouwen bedrukt vel, met een lange kant tot 22,5 cm
52 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[4]


  • IPA: /okˈtaː.woː/

octāvō

  1. datief mannelijk enkelvoud van octāvus
  1. datief onzijdig enkelvoud van octāvus
  1. ablatief mannelijk enkelvoud van octāvus
  1. ablatief onzijdig enkelvoud van octāvus


  • oc·ta·vo
Rangtelwoord (spa)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3, 3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

octavo

  1. achtste