• nys·gjer·rig
  • Afkomstig van het Nederduitse bijvoeglijke naamwoord nisgirig; verwant met het Duitse bijvoeglijke naamwoord neugierig
  • Samenstelling van de Noorse bijvoeglijke naamwoorden ny (verouderde genitiefvorm: nys) en gjerrig met het achtervoegsel -ig
Naar frequentie 3268
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud nysgjerrig nysgjerrigere
mer nysgjerrig [1] [2]
nysgjerrigst
mest nysgjerrig [1] [2]
o enkelvoud nysgjerrig
meervoud nysgjerrige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
nysgjerrige nysgjerrigere
mer nysgjerrig [1] [2]
nysgjerrigste
mest nysgjerrige [1] [2]

nysgjerrig

  1. benieuwd, nieuwsgierig
  2. weetgierig, weetgraag
  3. bemoeiziek, bemoeizuchtig, indiscreet, kijkgraag, kijklustig
  • et nysgjerrig blikk
een nieuwsgierige blik

nysgjerrig

  1. bemoeiziek, bemoeizuchtig, indiscreet, nieuwsgierig
  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 De trappen van vergelijking met mer en mest zijn gebruikeliker.
  2. 2,0 2,1 2,2 2,3 Spraknytt 1/2008
    Spørsmål og svar // Spørsmål: Hvordan gradbøyes adjektivene fryktelig, nysgjerrig og skrøpelig? (in het Noors)
    (geraadpleegd op 1 mei 2016)