Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nul·last
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nullast
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nullastm

  1. (elektrotechniek) vermogenverbruik van een omvormer zonder dat er vermogen wordt afgenomen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

48 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen