• nor·mal

normal

  1. normaal


stellend vergrotend overtreffend
normal more normal most normal

normal

  1. normaal


  • nor·mal

normal

  1. normaal
    «Bayi itu lahir dalam keadaan normal
    Deze baby is onder normale omstandigheden geboren.


  • nor·mal
  enkelvoud meervoud
  mannelijk     normal     normais  
  vrouwelijk     normal     normais  

normal

  1. normaal, gewoon, gebruikelijk, gangbaar


  • nor·mal
  enkelvoud meervoud
mannelijk normal normales
vrouwelijk normal normales

normal

  1. normaal, gewoon, gebruikelijk, gangbaar