nordlending
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- nord·len·ding
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | nordlending | nordlendingen | nordlendinger | nordlendingene |
genitief | nordlendings | nordlendingens | nordlendingers | nordlendingenes |
Zelfstandig naamwoord
- (demoniem) noorderling, een persoon die woont in of is afkomstig is uit Noord-Noorwegen
- «Nordlending er et greit og fint begrep som er flere hundre år gammelt.»
- Het Noorse woord Nordlending is een duidelijke en mooie term die enkele honderden jaren oud is.
- «Nordlending er et greit og fint begrep som er flere hundre år gammelt.»
- (demoniem) persoon die woont in of is afkomstig uit de provincie Nordland
- (streektaal) persoon uit een dorp verder naar het noorden (dan waar je vandaan komt)
Antoniemen
- [2]: tromsværing zn
- [2]: finnmarking zn
Verwante begrippen
- [1]: islending zn
- [1]: østlending zn
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- nord·len·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | nordlending | nordlendingen | nordlendingar | nordlendingane |
Zelfstandig naamwoord
nordlending, m
- (demoniem) noorderling, een persoon die woont in of is afkomstig is uit Noord-Noorwegen
- «Nordlending er et greit og fint begrep som er flere hundre år gammelt.»
- Het Noorse woord Nordlending is een duidelijke en mooie term die enkele honderden jaren oud is.
- «Nordlending er et greit og fint begrep som er flere hundre år gammelt.»
- (demoniem) persoon die woont in of is afkomstig uit de provincie Nordland
- (streektaal) persoon uit een dorp verder naar het noorden (dan waar je vandaan komt)
Afgeleide begrippen
- [1-3]: nordlendske zn , v (vrouwelijke vorm)
Antoniemen
- [2]: tromsværing zn
- [2]: finnmarking zn
Verwante begrippen
- [1]: islending zn
- [1]: østlending zn