Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nor·dic wal·king
enkelvoud meervoud
naamwoord nordic walking -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het nordic walkingo

  1. (sport) sport waarbij gelopen wordt met aangepaste skistokken
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid


Engels

Zelfstandig naamwoord

nordic walking

  1. nordic walking; een sport waarbij gelopen wordt met aangepaste skistokken.