• nood·ge·bouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noodgebouw noodgebouwen
verkleinwoord noodgebouwtje noodgebouwtjes

het noodgebouwo

  1. (bouwkunde) een gebouw dat tijdelijk gebruikt wordt zolang men niet de beschikking heeft over een permanent gebouw
    • In het noodgebouw is alles duidelijk minder goed geïsoleerd.