• noe

noe?

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) nou?, en?, nu?

noe!

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) kom op!


noe

  1. nu


  • noe
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord nǫkurr
Naar frequentie 37

noe o

  1. een, iets
  • ikke noe
geen
Politiet kan i dag avsløre at det ikke skjedde noe overfall på to jenter i går kveld.
De politie kan nu onthullen dat er geen aanval gebeurd is op twee meisjes gisteravond.

noe

  1. wat


noe

  1. verouderde spelling of vorm van noko tot 2012
(verouderd) onzijdige vorm enkelvoud van het onbepaalde voornaamwoord noen


noe

  1. nu