nieuwsdienst
- nieuws·dienst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieuwsdienst | nieuwsdiensten |
verkleinwoord |
de nieuwsdienst m
- dienst die omroepen, kranten en tijdschriften voorziet van nieuwsberichten
- Uw bezoek begint op de tweede verdieping, waar de redactie, marketing en salesafdeling zijn ondergebracht. Steek uw licht op bij de nieuwsdienst, sportredactie, eindredactie, onlineredactie of de afdeling vormgeving.[2]
- Tegen de Italiaanse nieuwsdienst ANSA zei Maresca dat de moord op Kercher een pijnlijk onderdeel is van de geschiedenis van Perugia en dat de terugkeer van Knox óngerechtvaardigd'is.[3]
1.
- Het woord nieuwsdienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nieuwsdienst" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 08-NOVEMBER-2017
- ↑ Tubantia Koen van de Sype 23-AUGUSTUS-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be