Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nieuw geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuw geld -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het nieuw geldo

  1. een vermogen en/of bezittingen die door een rijk iemand zelf zijn vergaard, of eventueel een generatie terug vergaard zijn
    • De verslaggever vroeg of het vermogen nieuw geld was. 
Antoniemen

Meer informatie