Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oud geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oud geld -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het oud geldo

  1. een vermogen en/of bezittingen die al meerdere generaties in handen zijn van een rijke familie
    • De verslaggever vroeg of het vermogen oud geld was. 
Antoniemen

Gangbaarheid