negenurig
- ne·gen·urig
- samenstellende afleiding van negen en uur met het achtervoegsel -ig, in de betekenis "negen uren durend" aangetroffen vanaf 1877 (zie vindplaats hieronder) [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | negenurig |
verbogen | negenurige |
negenurig
- negen uren durend
- ▸ Maar minister Chris Heunis, die speciaal is belast met grondwetszaken, zei na afloop van een negenurig gesprek met Hendrickse dat de regering met een gewijzigd voorstel zal komen voor bespreking in het parlement in de laatste week van september.[2]
- ▸ De 450 stenen die de Britse metselaars der traditie getrouw in hun negenurige arbeidsdag legden, wist hij met Amerikaanse voormannen tot 1800 normaal en 2500 maximaal op te voeren en zo kwam het complex, waarin 10 miljoen bakstenen verwerkt waren, in ongekend korte tijd tot stand.[3]
- ▸ ⧖ Na een scherp negenurig gevecht bij Deve Bogun, vluchtten de Turken in groote wanorde, in hun kamp wapenen en provisie achterlatende.[4]
- negenurige arbeidsdag
- negenurige werkdag
- Het woord 'negenurig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Regering Zuid-Afrika: Nieuwe wet tegen zwarten ingetrokken in: Limburgsch Dagblad, jrg. 70 nr. 208 (3 september 1988), Uitgeversmaatschappij Limburgs Dagblad, Heerlen, p. 3 kol. 4
- ↑ Weblink bron “Op het breukvlak van twee eeuwen.”, 2e druk (1976), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, ISBN 9021420279, p. 839
- ↑ Weblink bron Oorlogs nieuws. Een gevecht bij Deve Bpgun waarin de Turken verslagen worden. in: De Volksvriend, jrg. 4 nr. 7 (15 november 1877), Henry Hospers, Orange City, Iowa, p. 2 kol. 2