neetoor

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  neetoor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• neet·oor

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  neet zn  en  oor 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	neetoor	neetoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de neetoor v / m

1. (scheldwoord) bedillerig, vitziek, ontevreden persoon

Synoniemen

• chagrijn, brompot, knorrepot, kribbebijter

Verwante begrippen

• druiloor, kniesoor

Gangbaarheid

• Het woord neetoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neetoor" herkend door:

24 %	van de Nederlanders;
23 %	van de Vlamingen.