nationaalsocialistisch

  • na·ti·o·naal·so·ci·a·lis·tisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen nationaalsocialistisch nationaalsocialistischer
verbogen nationaalsocialistische nationaalsocialistischere
partitief nationaalsocialistisch nationaalsocialistischers -

nationaalsocialistisch

  1. (politiek) met betrekking tot het nationaalsocialisme
    • Het volk slikte het. De Duitsers bleven Hitler niet trouw uit liefde en overtuiging. Ze bleven hem trouw omdat de nationaalsocialistische verzorgingsstaat van hen een volk had gemaakt van kleine, angstige, schuldbewuste profiteurs. [1]