nadering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling naderen met het achtervoegsel -ing [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nadering | naderingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de nadering v
- het dichtbij komen van iets of iemand
- Na de passage streelt de asteroïde in 2036 opnieuw onze planeet. Maar de afstand is nu nog moeilijk te voorspellen gezien een nadering in 2029 de baan van het hemellichaam gevoelig zal ombuigen. [3]
- De gegevens van de vluchtrecorders bleken eerdere ooggetuigeverslagen en videobeelden te ondersteunen. Daaruit bleek dat het vliegtuig onvoldoende hoogte had bij de nadering en dat de neus omhoog ging bij een kennelijke poging dat te corrigeren. Doordat de staart botste op de zeewering, maakte het toestel vervolgens een stuiterende beweging. [4]
- Bij nadering van de zon zijn zulke hemellichamen vaak omgeven door een wolk van waterdamp en stofdeeltjes, en daar is bij A/2017 U1 geen sprake van. [5]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord nadering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nadering" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ nadering op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10-01-13 Asteroïde Apophis groter dan gedacht
- ↑ Tubantia 09-07-13 Gecrashte Boeing vloog 25 procent te langzaam
- ↑ NRC Eddy Echternach 27 oktober 2017 Object van buiten ons zonnestelsel scheert langs de zon
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be