nachtkleding
- nacht·kle·ding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtkleding | |
verkleinwoord |
de nachtkleding v
- de kleding die men in bed draagt
- ▸ De politie kwam volgens haar advocate op Oudejaarsavond drie keer bij Aïcha aan de deur en iedere keer was ze thuis. Rond 23.45 uur werd ze meegenomen. "Ze had haar nachtkleding al aan. Dat is genoeg bewijs dat ze niet in Rotterdam was om een aanslag te plegen", zegt Landerloo.[2]
- ▸ United specificeert dat ook kleding waarbij het middenrif of ondergoed te zien is verboden is voor deze groep reizigers, evenals minirokken, kleding met scheuren en zwem- of nachtkleding. Een woordvoerder geeft toe dat de ophef voorkomen had kunnen worden als de situatie beter was uitgelegd.[3]
- ▸ Opvliegers en zweten; ongemakken die vaak om de hoek komen kijken bij de overgang of de menopauze. Op dat soort momenten zit je toch te wachten op de meest comfortabele stofjes? Primark gebruikt voor de menopauzecollectie innovatieve materialen. Denk hierbij aan verkoelende garens in nachtkleding en speciale stoffen met ’anti-opvliegerstechnologie’.[4]
- Het woord nachtkleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Terreurverdachte' Rotterdam is jihadbruid Aïcha” (2 januari 2016, 20:56), NOS
- ↑ Weblink bron “United Airlines verzekert na relletje: uw leggings zijn welkom” (27 maart 2017, 10:00), NOS
- ↑ Weblink bron “Aandacht voor jezelf met deze betaalbare en krachtige must-haves” (08 mrt. 2024), De Telegraaf