naainaald
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- naai·naald
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naainaald | naainaalden |
verkleinwoord | naainaaldje | naainaaldjes |
Zelfstandig naamwoord
- (huishouden) scherpe naald met een oog, die men gebruikt voor naaiwerk
- Tonges probeerde de naald uit zijn mond te krijgen, maar dat lukte niet direct omdat het vastzat. Toen hij er uiteindelijk in geslaagd was, zag hij dat het niet om een houtje ging. "Het leek een gewone naainaald, maar er zat geen oogje in. Het was scherp aan beide kanten". [2]
- Een Facebookgebruiker had enkele dagen geleden aan de bel getrokken over de naalden. Hij stelde dat een vriend "een halve naainaald had geconsumeerd" en met hevige pijn naar het ziekenhuis moest. Uit nader onderzoek zou zijn gebleken dat ook een naald in een andere aardbei zat. [3]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'naainaald' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "naainaald" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 18-07-12 Jim hapte in naald: Ik dacht dat het een tandenstoker was
- ↑ De Telegraaf 12 september 2018 Aardbeipaniek na vondst naalden
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be