• myr·me·co·choor
stellend
onverbogen myrmecochoor
verbogen myrmecochore
partitief myrmecochoors

myrmecochoor

  1. (beschrijvende plantkunde) door mieren verspreid wordend
     [O]mdat de zaden een mierenbroodje bezitten, is het echter wel waarschijnlijk dat ook het Zinkviooltje myrmecochoor is.[2]
  1. Sernander, R.
    Entwurf einer Monographie der europäischen Myrmecochoren. (1906)) in: Kungliga Svenska Vetenskapsakademiens Handlingar., deel 41 nr. 7, Almqvist & Wiksells Boktrykckeri-A-B, Upsalla / Stockholm
  2.   Weblink bron
    B.P. van de Rie e.a.
    “Preadvies zinkflora.” (2005), Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, p. 40