muziekwereld

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  muziekwereld    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mu·ziek·we·reld

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  muziek zn  en  wereld zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	muziekwereld	muziekwerelden
verkleinwoord	muziekwereldje	muziekwereldjes

Zelfstandig naamwoord

de muziekwereld v / m

1. (muziek) alles en iedereen die met muziek, muziekproductie en muziekverkoop te maken heeft

   ▸ Dat ik uit de muziekwereld stapte, dat mijn boeken werden uitgegeven, dat ik ging mediteren, dat ik wereldreizen ging maken, dat ik mijn zoons adopteerde en het Wild Flower Initiative oprichtte, dat ik mijn leven beterde op een manier die ik in 1979 niet voor mogelijk had gehouden , dat kon allemaal doordat ik was afgekickt.

   ▸ Lancaster zei later dat het cocaïnegebruik van Rossi tot de breuk had geleid. "Dat was toen een plaag in de muziekwereld. Je voelt je er superieur door aan alle anderen", vertelde hij. Rossi zou hem en drummer Coghlan uit de band hebben gewerkt.

Synoniemen

• muziekindustrie, popindustrie, muziekbusiness

Gangbaarheid

• Het woord muziekwereld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.