• mu·ziek·stijl
enkelvoud meervoud
naamwoord muziekstijl muziekstijlen
verkleinwoord

de muziekstijlm

  1. (muziek) manier van muziek maken; soort muziek
     Lid van 'Het machtige hoopje', een groep componisten die een specifiek Russische muziekstijl nastreefden.[2]
     In Groot-Brittannië heeft de rechter sommige drill rappers ook in het vizier. Een Britse rechter oordeelde in 2018 dat de gewelddadige en uitdagende videoclips van deze muziekstijl op YouTube bijdragen aan escalerend bendegeweld in Londen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  3.   Weblink bron “Mannen vervolgd voor gebruik onklaar gemaakte wapens in videoclip” (08-02-2020), NOS