Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mu·ziek·doos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muziekdoos muziekdozen
verkleinwoord muziekdoosje muziekdoosjes

Zelfstandig naamwoord

de muziekdoosv / m

  1. een muziekinstrument dat na opwinden of door te draaien een muziekje afspeelt
    • De muziekdoos werd voor een hoge prijs verkocht. 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid