• munt·sta·bi·li·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord muntstabiliteit -
verkleinwoord - -

de muntstabiliteitv

  1. (economie) standvastigheid van de geldwaarde van een bepaalde munteenheid
    • Dankzij de goede reputatie van Amsterdamse firma's en de muntstabiliteit in de Republiek kreeg de guldenwissel geleidelijk een internationale positie.[1]