muda
- jong
- junior, assistent
- vers, nieuw
- onrijp, groen
- bleek (van kleur)
- bermuda, bermuda-muda, kemudaan, kemuda-mudaan, memudakan, mempermuda, pemuda, pemudaan, permudaan, semuda, termuda
- [5] merah muda
muda
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mudar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mudar
muda
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mudarse