morzel
- mor·zel
- Naamwoord van handeling van morzelen met het achtervoegsel -el[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | morzel | morzels morzelen |
verkleinwoord | morzeltje | morzeltjes |
de morzel m
- een klein beetje; een klein beetje
- Bij mijn weten waant PSV zich nog altijd een kampioenenploeg met een miljoenenbudget. En met achter zich een college van burgemeester en wethouders dat de aankoop van een morzel grond in het stadion verwart met sociaal gemeentebeleid. [2]
- De presentatie van Michael van Praag als kandidaat-president van de FIFA had de botheid van Boer zoekt vrouw. Geen morzel diplomatiek raffinement, eerder beunhazig. [3]
- De Spaanse topschutter Paco Alcácer had een plaats in de basis gekregen, maar kwam gisteren niet in het stuk voor. Brandon Mechele stond geconcentreerd te verdedigen en gunde de ex-speler van Barcelona geen morzel grond. De Rode Duivel bevestigde zijn status als een van de beste Brugse spelers van het moment. [4]
- Het woord morzel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "morzel" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Hugo Camps 19 augustus 2011 https://www.nrc.nl/nieuws/2011/08/19/keine-sorgen-12031035-a1305757
- ↑ NRC Hugo Camps 31 januari 2015 Adviseur
- ↑ De Standaard 28/11/2018 door wic, bla Club Brugge viert Europese overwintering met punt op veld van Borussia Dortmund
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be