mongool
Niet te verwarren met: Mongool |
- van Engels Mongol "persoon met downsyndroom", vanwege een zekere uiterlijke gelijkenis van een persoon met downsyndroom met een Mongool, voor het eerst beschreven door de Britse medicus J.L. Down [1][2]
- mon·gool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mongool | mongolen |
verkleinwoord | mongooltje | mongooltjes |
de mongool m
- (medisch) iemand met het syndroom van Down (downsyndroom), meestal als verkleinvorm mongooltje
- (scheldwoord) achterlijke persoon, idioot
- ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.
1. iemand met het syndroom van Down
4. (scheldwoord) achterlijke persoon
- Het woord mongool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mongool" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ mongool op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be