mondgemeen
- Geluid: mondgemeen (hulp, bestand)
- mond·ge·meen
- samenstelling van mond zn en gemeen bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mondgemeen | mondgemener | mondgemeenst |
verbogen | mondgemene | mondgemenere | mondgemeenste |
partitief | mondgemeens | mondgemeners | - |
mondgemeen [1]
- van iets dat iedereen erover spreekt
- Het woord mondgemeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mondgemeen" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be