misvatten
- Geluid: mísvatten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɪsfɑtə(n) / (3 lettergrepen)
- Geluid: misvátten (hulp, bestand)
- IPA: / mɪsˈvɑtə(n) / (3 lettergrepen)
- mis·vat·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
misvatten |
vatte mis |
misgevat |
zwak -t | volledig |
mísvatten
- overgankelijk, (verouderd) letterlijk: ergens naast grijpen, niet goed beetpakken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
misvatten |
misvatte |
misvat |
zwak -t | volledig |
misvátten
- overgankelijk, (verouderd), (figuurlijk) iets verkeerd begrijpen
vervoeging van |
---|
misvatten |
mísvatten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van misvatten
- ...dat wij misvatten.
- ...dat jullie misvatten.
- ...dat zij misvatten.
- ...dat wij misvatten.
vervoeging van |
---|
misvatten |
misvátten
- meervoud verleden tijd van misvatten
- Wij misvatten.
- Jullie misvatten.
- Zij misvatten.
- Wij misvatten.
- Het woord misvatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.