misvatte
- mis·vat·te
vervoeging van |
---|
misvatten |
misvatte
- enkelvoud verleden tijd van misvatten
- Ik misvatte.
- Jij misvatte.
- Hij, zij, het misvatte.
- Ik misvatte.
- aanvoegende wijs van misvatten
- verbogen vorm van misvat, voltooid deelwoord van misvatten
- [1] vatte mis
vervoeging van |
---|
misvatten |
misvatte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van misvatten
- ... dat ik misvatte.
- ... dat jij misvatte.
- ... dat hij, zij, het misvatte.
- ... dat ik misvatte.
- Het woord misvatte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.