• mis·vat·te
vervoeging van
misvatten

misvatte

  1. enkelvoud verleden tijd van misvatten
    • Ik misvatte. 
    • Jij misvatte. 
    • Hij, zij, het misvatte. 
  2. aanvoegende wijs van misvatten
  3. verbogen vorm van misvat, voltooid deelwoord van misvatten
vervoeging van
misvatten

misvatte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van misvatten
    • ... dat ik misvatte. 
    • ... dat jij misvatte. 
    • ... dat hij, zij, het misvatte.