misval

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  misval    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈmɪsfɑl / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• mis·val

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  mis ww  en  val zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	misval	misvallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de misval m

1. miskraam

   • De 39-jarige Anderson kreeg de misval tijdens de opnames van haar nieuwe film Blond on Blonder in het Canadese Vancouver. De dokters sluiten niet uit dat de actrice haar kindje verloor door de stress en de druk die het strakke filmschema met zich meebrengt.  
   • Want eigenlijk had ze vier kinderen moeten hebben. Door problemen met het bloed heeft ze twee kinderen in een misval verloren.  
   • "Na een misval en vijf jaar proberen, was uiteindelijk ons tweede dochtertje Lise op komst", zegt Luc. "Op dat moment ben je blij, maar denk je tegelijk ook terug aan alles wat we al doorstaan hadden."  

2. ongeluk

   • O scone Sandrijn, ghi sult sijn staetaensien ende sijn swaer misval (ongeluk): het en was nie sint, hi en qual (zich niet kwelde), edel wijf, sint dat hi u verloos (moest missen), so heeft hi gequolen (zich gekweld) altoosende geleeft in pinen (grote droefheid) groot  

Werkwoord

vervoeging van
misvallen

misval

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misvallen
   

   • Ik misval. 

2. gebiedende wijs van misvallen
   

   • Misval! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misvallen
   

   • Misval je? 

vervoeging van
misvallen

misval

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misvallen
   

   • ... dat ik misval. 

Gangbaarheid

• Het woord misval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "misval" herkend door:

61 %	van de Nederlanders;
90 %	van de Vlamingen.