• mi·san·drie
enkelvoud meervoud
naamwoord misandrie
verkleinwoord

de misandriev

  1. haat tegen mannen, diepe afkeer van mannen
     Vanuit het perspectief van de man worden onderwerpen als het feminisme en misandrie aan de kaak gesteld.[3]
30 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[4]
  1. misandrie op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    P. Weiland
    “Kunstwoordenboek, of verklaring van allerhande vreemde woorden, benamingen, gezegden en spreekwijzen, die, uit verscheidene talen ontleend, in de zamenleving en in geschriften, betreffende alle vakken van kunsten, wetenschappen en geleerdheid, voorkomen.” (1824), Wed. J. Allart, 's-Gravenhage, p. 233 kol. 2
  3.   Weblink bron
    Rosan Hollak
    “De man neemt het niet meer, hij wordt weer beest” (15 september 2011) op nrc.nl  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be