mijningenieur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mijn·in·ge·ni·eur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mijn zn en ingenieur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mijningenieur | mijningenieurs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand die een hogere technisch opleiding heeft voltooid op het gebied van de winning van delfstoffen
- ▸ Bovendien wilde ze zich laten omscholen tot mijningenieur.[2]
- ▸ De verzakkingen onder het winkelcentrum in Heerlen zijn vermoedelijk veroorzaakt door oude mijngangen die eronderdoor lopen. Die leiden naar de schachten die de mijnwerkers vroeger naar de kolenvelden brachten. Dat zei mijningenieur Hans de Ruiter van de TU Delft. 'Verzakkingen komen in ieder mijnbouwgebied voor. Het is raadzaam om daar rekening mee te houden bij de constructie van gebouwen.'[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iemand die een hogere technisch opleiding heeft voltooid op het gebied van de winning van delfstoffen
Gangbaarheid
- Het woord mijningenieur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)“Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
- ↑ Weblink bron “Winkelcentrum dat op instorten staat mogelijk snel gesloopt” (02-12-2011), Tubantia