mijner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mij·ner
Woordherkomst en -opbouw
Persoonlijk voornaamwoord
mijner
Bezittelijk voornaamwoord
mijner
- (verouderd) genitief v (van) mijn
- De wil mijner vrouw is mij wet.
- (verouderd) genitief mv (van) mijn
- Dit is het land mijner vaderen.
Afgeleide begrippen
- [1] mijnerzijds
Gangbaarheid
- Het woord 'mijner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mijner" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be