mihi

Baskisch

Zelfstandig naamwoord

mihi

1. (anatomie) tong

Latijn

	enkelvoud	meervoud
nominatief	ego	nōs
accusatief	mē
genitief	mei	nostri
datief	mihi	nōbis
ablatief	mē

Persoonlijk voornaamwoord

mĭhĭ

1. (aan/voor) mij (datief van de eerste persoon enkelvoud)