merkelijk
- mer·ke·lijk
- Naamwoord van handeling van merken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | merkelijk | merkelijker | merkelijkst |
verbogen | merkelijke | merkelijkere | merkelijkste |
partitief | merkelijks | merkelijkers | - |
merkelijk
- duidelijk
- De studieresultaten van puberende meisjes zijn merkelijk beter dan van de jongens.
- Het woord merkelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "merkelijk" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be