mercantiel
- Geluid: mercantiel (hulp, bestand)
- IPA: / mɛrkɑnˈtil / (3 lettergrepen)
- mer·can·tiel
- uit het Frans [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mercantiel | mercantieler | mercantielst |
verbogen | mercantiele | mercantielere | mercantielste |
partitief | mercantiels | mercantielers | - |
mercantiel [2]
- gericht op handel drijven en geld verdienen
1. gericht op handel drijven en geld verdienen
- Het woord mercantiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mercantiel" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ mercantiel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be