meisjeskamer
  • meis·jes·ka·mer
enkelvoud meervoud
naamwoord meisjeskamer meisjeskamers
verkleinwoord meisjeskamertje meisjeskamertjes

de meisjeskamerv / m

  1. de eigen slaapkamer van een jonge vrouw in een woning
     Als haar geslotenheid het eenmaal begeven heeft, Albert, en ik heb ook maar iets aan haar zien glinsteren, is daarmee mijn verovering, als je het zo noemen wilt, compleet. Een eerste glinstering in het halfdonker van een meisjeskamer, meer verlang ik niet.[2]
     Koning Jigme Khesar Namgyel Wangchuck is populair bij de inwoners van Bhutan. Met zijn achterovergekamde haar en bakkebaarden, hangt hij als een soort Aziatische Elvis Presley in posterformaat op de muur van menig meisjeskamer in Bhutan.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron “Sprookjeshuwelijk in Bhutan” (13-10-2011), NOS