meers
- meers
- In de betekenis van ‘weide’ voor het eerst aangetroffen in 772 [1]
- erfwoord van Middelnederlands: mersc zn "weiland, drasland" cognaat met moeras [2][3][4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meers | meersen |
verkleinwoord | - | - |
de meers m
- vlak, met gras begroeid terrein
- Het woord meers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meers" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "meers" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ meers op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be