• mee·ge·re·kend
vervoeging van: meerekenen…
verbogen vorm: meegerekende

meegerekend

  1. voltooid deelwoord van meerekenen
stellend
onverbogen meegerekend
verbogen meegerekende

meegerekend

  1. meegeteld, inbegrepen, ingecalculeerd
    • Zij kreeg minder bijstand door het meegerekend inkomen van haar zoon. 
    • Het bestuur meegerekend waren er negen leden aanwezig. 
vervoeging van: meerekenen…
verbogen vorm: meegerekende

meegerekend

  1. voltooid deelwoord van meerekenen