Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·dia·wet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mediawet mediawetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mediawetv / m

  1. (juridisch) wet die de toelating tot het omroepbestel regelt en eisen stelt aan de publieke omroepen onder andere om te zorgen voor mediapluriformiteit
    • ls mediawoordvoerder voor D66 neemt Paternotte plaats in de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer, waar ook media onder valt. Hierin worden kwesties rondom het mediabestel besproken, zoals de publieke omroep en de Mediawet.[1] 
    • Overstappen van Omroep Max naar Talpa is volgens hem niet aan de orde. ,,Dat ga ik niet doen, omdat Omroep Max bij het publieke bestel hoort. Hij benadrukte verder dat het voor John de Mol onmogelijk is om Max als geheel in te lijven bij Talpa. ,,Dat verbiedt de mediawet.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen