Ilex paraguariensis
  • ma·té
  • Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘Zuid-Amerikaanse volksdrank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1863 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord maté -
verkleinwoord - -

de matém [4] [5]

  1. (plantkunde) (kruid) Ilex paraguariensis   hulstachtige heester waarvan de gedroogde bladeren worden gebruikt voor thee
  2. (drinken) aftreksel van maté
62 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[6]


vervoeging van
matar

maté

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van matar