maté
- ma·té
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘Zuid-Amerikaanse volksdrank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1863 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maté | - |
verkleinwoord | - | - |
- (plantkunde) (kruid) Ilex paraguariensis hulstachtige heester waarvan de gedroogde bladeren worden gebruikt voor thee
- (drinken) aftreksel van maté
1.
|
- Het woord maté staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maté" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "maté" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ maté op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
matar |
maté
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van matar