Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·sa·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord massatoerisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het massatoerismeo

  1. (toerisme) toerisme in populaire vakantiegebieden waarbij men bij voorkeur ook nog eens allemaal in dezelfde periode komt opdraven
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid