Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·sa·spurt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord massaspurt massaspurts
massaspurten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de massaspurtm

  1. (sport) een sprint met veel deelnemers (vooral bij wielrennen)
     Tyler Farrar moet zich laten gelden in de sprints. De Amerikaan won in 2011 de eerste massaspurt van de Tour. De Zuid-Afrikaan Robert Hunter moet hem naar de streep loodsen. De Belg Johan Vansummeren is de Haarlemmerolie van de ploeg.[1]
     De Italiaan van Team Sky klopte in de 186 kilometer lange rit van Eschweiler naar Roost Denis Galimzjanov (Katjoesja) in de massaspurt. In de eerste rit was de Rus naar de zege gesprint en werd Appollonio derde.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Hesjedal kopman sterk Garmin” (Donderdag 21 juni 2012, 17:42), NOS
  2.   Weblink bron “Ritzege Appollonio in Luxemburg” (Zaterdag 4 juni 2011, 17:35), NOS