• mar·xis·me
  • eponiem afgeleid van de 19e-eeuwse Duitse politiek-econoom K. Marx   met het achtervoegsel -isme, in de betekenis van ‘politieke leer’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord marxisme -
verkleinwoord

het marxismeo

  1. (politiek) de socialistische ideologie van de volgelingen van Karl Marx
    • De linkse studenten dweepten met het marxisme. 
93 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]