marmoleum
- mar·mo·le·um
- gevormd uit marmer zn naar het voorbeeld van linoleum zn ; in 1930 als merknaam bedacht bij de toenmalige Nederlandsche Linoleumfabriek in Krommenie.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marmoleum | |
verkleinwoord |
het marmoleum o
- slijtvaste, gladde vloerbedekking van enkele millimeters dik met een marmerachtig uiterlijk
- De LinoSit heeft een toplaag van cradle to cradle -gecertificeerd Forbo Marmoleum. „Minder krasgevoelig, minder glad en een stuk comfortabeler. Daarnaast heeft marmoleum een geluiddempend effect.” [2]
- Heb je vooral 's morgens last van een verstopte neus, tranende en jeukende ogen? Dan is de kans groot dat je last van huismijtallergie hebt. Kies in dat geval voor gladde vloeren zonder naden (bijvoorbeeld vinyl, marmoleum, laminaat) die je regelmatig goed kunt stofzuigen en dweilen. [3]
- Het woord marmoleum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "marmoleum" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Schoen, J."Honderd jaar linoleum in Nederland" in: Met Stoom nr. 34 (december 1999) op website: zaans-industrieel-erfgoed.nl; geraadpleegd 2019-01-22
- ↑ De Telegraaf MAAIKE HOFFSTEDDE 06 dec. 2012 Award met duurzame stoelen
- ↑ De Telegraaf 05 mrt. 2014 Wat te doen tegen huismijt
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be