marmergrutto
- (IPA in voorbereiding)
- mar·mer·grut·to
- samenstelling van marmer zn en grutto zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marmergrutto | marmergrutto's |
verkleinwoord | marmergruttootje | marmergruttootjes |
de marmergrutto m
- (steltloperachtigen) Limosa fedoa een grote vogel, die hoort tot de steltlopers. Deze soort komt voornamelijk voor in Noord-Amerika, hoewel sommigen tot in het noorden van Zuid-Amerika overwinteren
- grutto's, strandlopers en snippen, steltloperachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'marmergrutto' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.