• mar·ke·ting·man
enkelvoud meervoud
naamwoord marketingman marketingmannen
verkleinwoord marketingmannetje marketingmannetjes

de marketingmanm

  1. (beroep) (economie) persoon die marktanalyses verricht; promotor van een bedrijf of organisatie; iemand die de verkoop van producten of diensten van een bedrijf stimuleert
     Samen met Freddy Neira, de marketingman van Trekking Chile, had Victor de ceremonie voorbereid.[2]
     ' Harrie Jansen, Raas' voormalig marketingman en bekend van allerlei functies in het wielrennen, springt van woede bijna door de telefoonlijn wanneer hij de claim van Hubert hoort.[3]


  1. marketingman op website: Etymologiebank.nl
  2. Arlen Hoebergen
    “Gemaakt om te lopen” (2014), Elmar (uitgeverij), ISBN 9789038927404
  3. Maarten Kolsloot
    “De Raboploeg” (2021), Inside, ISBN 9789048855094