Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: mannenziekte


  • man·ziek·te
enkelvoud meervoud
naamwoord manziekte -
verkleinwoord - -

de manziektev

  1. (psychologie) behoefte bij een vrouw aan veel seks met mannen, die het normaal sociaal functioneren verstoort
     Ottilie van Heemeren is een exotische schoonheid met een boudoir Sarah Bernhard waardig, maar ze verkwist haar schilderstalent door haar luiheid en manziekte.[1]
  1.   Weblink bron Cécile de Jong van Beek en Donk : Hilda van Suylenburg, nr. 68 (december 2005) in:
    Ton Anbeek e.a.
    Lexicon van literaire werken. (1989-2014), Wolters-Noordhoff, Groningen / Garant-Uitgevers, Antwerpen, ISBN 9001032303, p. 3